Ervan uitgaande dat alles wat je weet, kent en aangeboden wordt vanuit de hulpverlening, niet werkt. Wat werkt dan wel? Voor tips bij PDA is het belangrijk om ons in te leven in hoe een dag in het leven van een PDA’er eruit ziet. Dat begint al met wakker worden. Als je al genoeg geslapen hebt, dan nog zal de dag vaak al met een niet al te vol vat aan energie en levenslust beginnen. Want jij hebt er niet voor gekozen om op deze wereld te moeten leven. Het ‘moeten’ bestaan is al een ‘demand’ op zich.
Laten we eens wat verder inzoomen om wat ‘demands’ nu precies zijn. Directe demands zijn directe verzoeken door anderen of een situatie zoals:
- Huiswerk maken.
- De hond uitlaten.
- Eten.
- Op bezoek gaan bij opa en oma.
- Naar school gaan.
- Tanden poetsen.
- Iemand die je vraagt om iets te doen.
Indirecte demands zijn bijvoorbeeld:
- Tijd, je moet op tijd iets doen of af hebben.
- Planning, je moet op die tijd dat gaan doen.
- Vragen, want dan wordt er een antwoord verwacht.
- Beslissingen, zeker als er veel mogelijkheden zijn.
- Lichamelijke eisen zoals honger, dorst, moeten plassen, enz.
- Verlangens, gedachten, gevoelens.
- Onzekerheid want dan heb je geen controle over de situatie.
- Complimenten want dan wordt verwacht dat je het nog een keer kan.
- Overgangen want dan moet je stoppen met het ene en starten met het andere.
- Verwachtingen van jezelf of anderen.
- Sensorische overbelasting zoals harde geluiden, felle kleuren, aanrakingen, enz.
- Aanwezigheid van andere mensen.
- Dingen die we willen doen zoals hobby’s, ontmoetingen, ergens heen gaan, enz.
Wat doe je dan als je overweldigd door prikkels en demands overmand en overvraagt wordt?
Bekende vraagvermijdings strategieën van PDA’ers zijn:
- Harde nee, negeren van de vraag of een agressieve reactie.
- Van onderwerp veranderen, afleiden, complimenten geven.
- Uitstelgedrag, verontschuldigen, reden geven waarom het niet kan zoals ziek zijn.
- Terugtrekken in rollenspel, betekenisvolle gesprekken uit de weg gaan.
- Ineens toegeven en akkoord gaan met alles.
- Instorting, agressie, zelfpijniging, weglopen, dichtslaan.
Wat kun je als ouder, leerkracht of hulpverlener wel doen?
Het aller aller aller belangrijkste is om met de PDA’er samen te werken, hiërarchie is ze vreemd. Stel je gelijkwaardig op, ga op gepaste afstand of nabijheid met ze in contact en dit komt heel nauw. Vraagt ook om flexibiliteit (wat vandaag werkt, kan morgen heel anders zijn), een aangepast taalgebruik (declaratief) en ruimte om te onderhandelen.
– Onderhandelen kan goede resultaten geven.
– De taak verdelen. Met wat hulp wordt het al makkelijker.
– Verdeel en heers. Het hoeft niet in één keer.
– Geef extra tijd.
– Keuze geven. Keuze geeft controle. Niet teveel want dat maakt het moeilijker.
– Routine. Het kan helpen om een taak op te nemen in de dagelijkse routine.
– Beleefd vragen. Dat is vaak al genoeg
– Om hulp vragen. PDA-ers die ik ken willen graag helpen.
– Een vraag in het algemeen stellen. Dus niet gericht aan iemand in het bijzonder.
Bronvermelding: ploeteren.nl