Opvoeding

De opvoeding van een autonoom kind gaat net even anders dan bij een neurotypisch kind. Maar dat weet je natuurlijk bij de geboorte nog niet..

Als je niet weet dat je kind binnen het PDA profiel de wereld waarneemt, dan raak je soms echt vertwijfeld. Niets werkt, dus je gaat je afvragen of je wel streng genoeg bent, of misschien juist te streng, geef ik de grenzen wel duidelijk genoeg aan? Wat bij de andere kinderen wel werkt, gaat totaal niet op voor je autonome kind. En dat heeft weer zijn weerslag op de andere kinderen, want die vinden dat niet eerlijk. En gaan kopiëren..

Visuele hulpmiddelen, schema’s, creatieve beloningskaarten, heel veel opvoedingsboeken lezen, het hielp allemaal helemaal niets! Nieuwe autoriteit, geweldloze communicatie, dat zou toch moeten werken?? Met meerdere kinderen in huis waarvan er eentje aangeeft hoe we het doen, of niet, word je uitgedaagd om met een andere bril naar je opvoeding te kijken.

Mijn kinderen zijn allemaal goed gemanierd, vriendelijk, fantastische speelkameraadjes en weten het verschil tussen goed en verkeerd prima en eloquent aan te geven. Ze weten het allemaal. En zijn de liefste kinderen die je je maar kunt wensen. Als ze dat willen. PDA staat vaak aan het stuur in ons gezin en dat vind ik als moeder heel erg moeilijk. Het is een lange reis geweest om tot dit inzicht te komen en ook de acceptatie dat het zo is. Helemaal passief en achteruit leunend ben ik in dit proces natuurlijk niet, het tegenovergestelde.

Het is de grootste uitdaging die je als moeder en gezin kunt krijgen. Hoe geef je je gezin zo vorm dat er voor iedereen ruimte is voor persoonlijke groei en ontwikkeling, biedt het veiligheid aan ieder in zijn en haar unieke behoeftes en doe je dit samen. Als moeder die je gelijke is maar een andere rol als jij als kind hebt. Ik geef leiding, maar niet vanuit een machtspositie en dat is en blijft een uitdaging, want als het erop aan komt dan verval je daar toch stiekem in, want soms is het gewoon afgelopen en moet er geluisterd worden. Maar dat werkt dus niet..

Tijdens de PDA Space Summit in 2022 heeft Yvonne Newbold een top 10 tips voor ouders gegeven welke Myneke ter Maat in een mooi overzicht heeft samengevat. Lees hier meer!

Voeding

Autonomie en voeding is vaak een groot thema. Gaat het goed, dan gaat het goed. Gaat het niet goed, dan gaat het ook echt niet goed.

Zorg dat je altijd iets voor ze binnen handbereik hebt liggen

Wat erg belangrijk is, is dat als je kind honger heeft of aangeeft iets te willen eten, je beter meteen iets kan geven. Wachten tot het eten klaar is, is erg lastig. Binnen hun fundamentele drang naar autonomie hebben onze kinderen de vrije hand nodig om eten te kunnen pakken als ze dat willen.

Waar je wel invloed op hebt (met name als ze nog jong zijn)is dat de keuzes verantwoord zijn, wat je niet koopt, kun je ook niet eten.. Ze hebben wel vaak zo hun voorkeuren. Je kunt ervoor zorgen dat je dat altijd in huis hebt, maar… ook deze voorkeuren veranderen nog wel eens. Had ik een hele voorraad van haar favoriete broodbeleg, was dat van het ene op het andere moment ineens niet meer goed. Dan ging ik op zoek naar wat dan wel en haalde dat. Nee, ik verwende haar niet. Ik gaf haar wat zij nodig had.

‘Moeten’ eten

Soms hebben kinderen moeite met het concept van het ‘moeten’ eten. Dat hun lichaam dat van hen vraagt. Aan tafel mee-eten is dan vaak niet zo erg, omdat ze wel graag in de nabijheid van ons zijn. Eten of drinken omdat hun lijf hun aangeeft dat ze honger of dorst hebben, dat kan erg lastig voor ze zijn. Dit kan zich ook uiten in het erg of overmatig bezorgd zijn om dik te worden  (kan met de angst voor controleverlies te maken hebben) en ontzeggen zichzelf dan eten, gezond of ongezond, dat maakt niet uit.

Wat je kunt doen is iets lekkers voor jezelf klaarmaken, samen gezellig even op de bank gaan zitten en vragen of ze ook wat willen, dat werkt vaak prima. Leg er vooral geen nadruk op. Probeer hun onzekerheid te erkennen en leg ze bijvoorbeeld uit dat we een buik hebben omdat er vanbinnen ingewanden zitten die ruimte nodig hebben. Als we ons uitrekken dan hebben we die ruimte ook nodig en ons lichaam heeft eten nodig om te kunnen functioneren. Soms gewoonweg medisch/anatomisch uitleggen hoe iets werkt kan helpen angst te verminderen.

Voeding is een thema voor veel ouders en kinderen. De antwoorden op alle vragen en zorgen heb ik helaas ook niet. Ik heb hier geprobeerd om aan te geven hoe PDA in relatie kan staan tot voeding en wat mij daarin is opgevallen en heeft geholpen.

Hygiëne

Hygiëne.. dat is ook wel echt een dingetje.. Sommige autonome kinderen vinden het verschrikkelijk om ‘vies’ te zijn. Tegelijk vinden ze het in bad gaan of douchen net zo verschrikkelijk. Ze willen schoon zijn, maar daar niets voor moeten doen, zij willen beslissen wanneer ze dat doen en niet omdat het nodig is. Douchen is een complete overvraging en overprikkeling van een reeks aaneengesloten ‘demands’ om tot het gewenste resultaat te komen. Kriebelbeestjes, luizen, wormpjes, bacteriën of schimmels, ze kunnen er als de dood voor zijn.

Hygiëne en tanden poetsen

Tanden poetsen idem.. ze weten best dat het goed is, willen het ook best wel doen, maar elke dag is het weer een strijd met zichzelf aangaan om het ook daadwerkelijk te doen en vervolgens in de twijfel te schieten of ze het wel goed genoeg hebben gedaan en of ze nu gaatjes hebben omdat ze het een keertje niet of minder hebben gedaan.

Vroeger deed ik er alles om tanden te kunnen poetsen, boos, vriendelijk, met humor, ik wilde dat mijn kind haar tanden poetste. Nu laat ik het los. Ik weet dat ze het doet als ze het kan.

Hygiëne en douchen

Zo ook met douchen, meltdowns kunnen enorm zijn om tot douchen te kunnen komen. Leg er geen druk op, als ze het kunnen is het prima en anders is het ook prima. ‘Maar dan stink ik’, kan er dan komen. ‘Zal ik ook niet douchen, dan stink ik ook’. Humor, afleiding van de stress, het moeten. Naast je kind staan. Als de stress nog op het kieppunt staat, kun je vragen of er iets is wat je kan doen om te helpen, of waar je kind nu precies tegenaan loopt. Dan denk je met hen mee, soms triggert dat juist de meltdown en is de tip om je niet terug uit het contact te trekken, maar wel uit het hen willen helpen.

Soms komen ze dan zelf met een oplossing zoals bijvoorbeeld hun haar boven het bad laten douchen door de ouder of verzorger en gaan ze zelf op een ander moment in bad of onder de douche om hun lijf te wassen. Er is geen 1 weg of methode die werkt. Het is steeds in contact blijven, jouw rust bewaren en accepteren dat de meltdown er soms toch is. En dan erna weer met een schone lei verder.

Regels

Als je kind zich niet aan de regels houdt dan wordt dat als serieus gedragsprobleem bestempeld. Schorsing en dichte deuren staan je te wachten als ouder. Thuis is het al niet beter, je hebt al zo min mogelijk regels, maar een grens is er toch en moet je ook stellen. Toch? Ja natuurlijk! De vraag is alleen hoe je deze vormgeeft. Je kunt ervoor kiezen om geen regels meer in huis te hebben en samen een omgangsvorm samen te stellen met je kind waar jullie beide mee kunnen leven.

Natuurlijke consequenties

Natuurlijke consequenties
Wat je kunt doen is alles in natuurlijke consequenties omzetten. Natuurlijk snappen wij dat ons kind hun tablet kapot willen smijten, want het is ook niet leuk als hun kleine broertje de accu stiekem heeft leeg gespeeld. Maar als de tablet kapot is kun je niet zomaar een nieuwe betalen. Als je kind boos is en de andere kinderen uitscheldt dan kun je aangeven dat je begrijpt dat je kind gefrustreerd is, maar dat je erg veel last hebt van scheldwoorden. Dat je het belangrijk vindt dat we vriendelijk met elkaar omgaan, je bijvoorbeeld onrustig wordt en je verdrietig voelt als er gescholden wordt. Gaat dat te lang door, dan kun jij als ouder er niet meer tegen en word je boos en dat wil je niet. Dit werkt natuurlijk niet voor ieder kind, maar is een voorbeeld hoe je je kind in plaats van ‘nee, je mag niet gooien of schelden’, meeneemt in wat er zich in onze leefwereld afspeelt. Met begrip voor die van hun.

Als ik goed luister naar de positieve geluiden die ik hoor van ouders over hun autonome kind, merk ik dat zij het belangrijk vinden dat het met ons goed gaat. Daar kun je gebruik van maken in het hen helpen sturen van hun gedrag. Lukt niet altijd, soms zul je ook gewoon te horen krijgen dat dat jouw probleem is en je niet zo moet zeuren. Het gaat er op dat moment om dat je jouw grens aangeeft, ongeacht wat zij daarmee doen. Je probeert hen voor te leven hoe je voor hen zou wensen dat zij straks ooit op een dag in staat zijn om voor zichzelf te verwoorden wat ze voelen en nodig hebben. 

Grenzen

Regels zijn er in die zin niet, grenzen wel. Zodra iemand een gevaar wordt voor zichzelf of een ander ben je verplicht als ouder om in te grijpen. Die is ‘non negotiable’. Het is mooi als een ieder alle ruimte krijgen die ze nodig hebben. Er is ook nog een enorm grijs gebied waarin van alles gebeurt wat je nooit zou toestaan bij een ander, maar bij je autonome kind wel. Echter deze grens mag niet overschreden worden en indien dat wel zo is, moet je daarop reageren. Uit liefde voor je kind en de ander. Gelukkig zijn dit de extreme situaties en is het met de juiste benadering vaak te voorkomen dat het zo heftig escaleert dat je in moet grijpen. 

Broertjes en zusjes

In het begin had ik ook de gewone en normale regels van ‘we zijn in dit huis lief voor elkaar’, ‘schoppen en slaan is niet ok’, ‘eerst knabbelen dan babbelen’ als we aan tafel zitten te eten, ‘water blijft in het bad’, ‘kijk me aan als ik met je praat’, ‘elke dag een schone onderbroek aan’, had ik schema’s om structuur te bieden zodat iedereen wist wanneer het etens- en bedtijd was, stonden we allemaal op tijd klaar voor school en poetsten we onze tanden 2x per dag. Enzovoort. Die regels heb ik nog steeds, ik heb nog andere kinderen die hier wel aan herinnerd kunnen worden, maar ze gelden niet voor mijn autonome kind. En ik probeer dat ook niet te implementeren als ze erbij staat of al hoog in haar eigen frustratie zit.

Weerstand

Alle normen en waarden die ik voor belangrijk houd, heb ik al mijn kinderen bijgebracht. Ik weet dat zij de regels kennen. Ik hoef mijn autonome kind daar ook niet aan te herinneren. Ze is een slimme meid en weet precies wat wel en niet kan en mag. Als het kan zal ze zich daar ook aan houden, ze wil heel graag het juiste doen. Haar weerstand is geen tegendraadsheid. Al voelt het absoluut soms wel zo! ‘Jij hebt toch gezegd dat ik me niet aan de regels hoef te houden? Nou dat krijg je ervan’ is dan een uitspraak die zomaar kan vallen. Dat voelt manipulatief, bewust en uitgekookt. Toch denk ik dat ook hierachter angst en paniek schuilgaat. Niemand kan zich altijd aan de regels houden, dus als ik me dan per definitie niet aan de regels houd, dan heb ik dat falen zelf in de hand..

Autonome kinderen voelen zich ten diepste vaak erg onzeker. Alsof ze gefaald hebben in alles, in het leven, in hoe ze eruit zien, in wat ze zeggen en doen. De omgeving geeft hen immers steeds de boodschap dat ze niet voldoen aan ‘wat hoort’. Wat betekenen regels nu helemaal als je jezelf als mislukkeling ziet? Dus schieten ze in de weerstand en eigenlijk kan ik me dat ook best wel voorstellen als je het door hun ogen beziet.

Verbinding

Regels worden van bovenaf opgelegd. Grenzen hebben we allen en afspraken komen van 2 kanten. Daar kunnen zij een eigen aandeel in nemen. Natuurlijk kan een opvoeding niet zonder structuur, grenzen en regels. Maar we kunnen deze wel zo formuleren en vormgeven dat ze zo min mogelijk stress en paniek oproepen bij onze hypersensitieve kinderen. Onze toon is heel erg belangrijk, onze kinderen pikken exact op hoe je het zegt en wat jij voelt. Ontmoet jouw kind waar het staat, erken hoe het zich voelt en kijk vanuit daar samen hoe je verder kunt. Schroom niet om daarin eerlijk aan te geven wat jij voelt. Ik weet dat je een kind niet moet belasten met volwassen thema’s en emoties. Maar onze kinderen pikken die toch wel op, of we willen of niet en dan kun je er beter eerlijk over zijn zodat ze kunnen plaatsen wat ze ervaren in ons contact. Natuurlijk doe je dat bij een 4-jarige anders als bij een 12-jarige, sleutel is aansluiten bij waar zij staan. Nee, onze kinderen luisteren niet naar onze regels, ze doen wat ze zelf willen. Maar ze willen graag met jou als persoon in verbinding staan en vandaaruit samen verder.

Lees hier hoe Myneke ter Maat aankijkt tegen regels en grenzen bij PDA-Autisme.

Schermtijd

Schermtijd was vroeger eigenlijk nooit een thema. Simpelweg omdat ik zelden de televisie aanhad en geen tablet en iPhone in huis had. Ineens werd het een megathema. Niet alleen voor mijn autonome kind, maar ook voor mijn andere kinderen. Mijn ene kind stond ik toe zonder tijdslimiet zelf te bepalen wat ze wanneer nodig had aan schermtijd omdat zij zo zichzelf beter kon reguleren. Voor de andere kinderen was dat echt een wel een dingetje, zij hadden die vrijheid niet. In principe ben ik geen voorstander van schermtijd. Ik vind het antisociaal. Liever speel ik een spelletje of zie het als een mogelijkheid voor de kinderen om te leren omgaan met even ‘niets’. Ik zie eindeloos veel voordelen in het verwijderen van elke vorm van schermtijd in mijn gezin.

De realiteit

Echter… in de realiteit van het leven met meerdere kinderen waarbij er ook een sterke drang naar autonomie is, kun je eigenlijk niet zonder. Wel als ik een fantastische begeleider kan vinden die dag en nacht bereid is mij te ondersteunen. Die elke seconde die ik niet bij mijn kinderen kan zijn, hen ziet en daarbij 100% kan aansluiten bij hun behoeftes op elk moment. Aangezien dat menselijk niet mogelijk is, is er een tablet. Dat sommige van de kinderen het wel mogen, maakt dus automatisch dat alle kinderen veel meer schermtijd hebben dan mij lief is… Want als er eentje een dvd kijkt, is het natuurlijk heel moeilijk om de anderen te verbieden mee te kijken…

Zelf met ze gaan zitten om een spelletje te doen zou zeker helpen, maar wie doet dan de was en kookt avondeten? Schermtijd is een moeilijk thema. Ik heb er als ouder mijn ideeën over, sluit echter aan bij de behoefte van mijn autonome kind hierin. Dat betekent dat ik ook compromissen moet sluiten naar de andere kinderen toe. Ideaal is het niet, maar zo werkt het voor ons.

Acceptatie

En ik denk dat het belangrijk is voor mij als moeder, voor jullie als ouders en professionals om te accepteren dat ook hierin we onszelf niet te strak aan de opvoedkundige modellen moeten vasthouden. Het maakt ons geen slechte ouder als we aansluiten bij ons kind. Zonder deze drang naar autonomie zou er veel minder schermtijd zijn in huis.  Dat dat anders is, accepteer ik ondertussen. Ik probeer voor de andere kinderen dan bewust op andere momenten tijd te maken en ze te laten zien hoe fijn het is om samen iets te doen. Zo leren ze zelf te kiezen. Ik probeer het altijd van de positieve kant te zien.

En nog belangrijker, schermtijd helpt daadwerkelijk bij de impulsbeheersing en emotie regulatie van je kind.

Bedtijd

Hoe laat is een goede bedtijd? Daar heeft iedere ouder zijn of haar eigen beeld bij. Ons kind ook.. Ik heb dat braaf volgens het boekje gedaan in het begin, maar wat een drama! Zij kon gewoonweg niet goed in slaap komen en had haar eigen ideeën daarover. Middagslaapje? Welnee. Maar dat heeft onze peuter toch nodig om ‘s nachts het lichaam zijn werk te kunnen laten doen en alle prikkels van de dag te verwerken? Ze worden toch juist heel vervelend als ze moe zijn en onvoldoende slaap krijgen? Ja. Maar je kunt een kind niet dwingen om te slapen. En geloof me, ik heb zo’n beetje alle methodes en technieken onder de zon geprobeerd! 

De demands van bedtijd

Wat een stapel aan ‘demands’ om te gaan slapen. De controle verliezen als je ogen dichtgaan en je de onvoorspelbare wereld van dromen binnenglijdt… De sensorische verandering van de kleding die verandert in een pyjama en het geknisper van de deken als je beweegt. Het is te donker, te licht, te stil, te lawaaiig. Maar wat als de volgende ochtend er weer een nieuwe dag begint, hoe gaat die er dan uitzien? Je kind zit vaak nog vol met de prikkels van de dag en heeft behoefte om dat nog even bij je kwijt te kunnen. Dan moeten de tanden gepoetst worden, die vieze smaak en dan die haren van de tandenborstel door je mond en dan mag je het nog niet eens zelf doen want je ouders willen per se dat het netjes wordt nagepoetst. Dat zegt de tandarts ook altijd…

Er komt zoveel kijken bij het naar bed ‘moeten’ gaan. Het liefst beslissen ze zelf wanneer ze moe zijn en gaan slapen, dan is er de controle en volledige autonomie. Bijna alles aan bedtijd knaagt aan de autonomie. Geen wonder dat onze kinderen hier grote moeite mee hebben. Ik lees vaak ouders die ertegen aan lopen dat hun kind tot in de vroege uurtjes van de nacht wakker blijft. Bedtijd is een megathema. Ik heb daar in de eerste jaren ook ontzettend mee geworsteld hoe daarmee om te gaan. Ik heb gekeken naar wat haar eigen tijd was, als baby al. Dat was rond 23 uur. Dat heb ik geprobeerd terug te schroeven met minuten en kwartieren tot ze rond 21 uur rustig ging slapen. Als baby en peuter..

Luister naar je onderbuik

Er is een tijd geweest dat ik het echt belangrijk vond een vaste bedtijd te hebben omdat ik vond dat ze daar nu oud genoeg voor was en dat was nu eenmaal het beste voor haar. Maar dat werkt niet voor onze kinderen. Eindeloos komen ze hun bed uit, dan moeten ze plassen, dan hebben ze dorst, dan moet er toch nog even iets verteld worden, er is altijd wel een reden om meermaals uit bed te komen. Uiteindelijk ben ik naar mijn eigen onderbuik gevoel gaan luisteren en belangrijker nog, naar haar. Naar de tijd die zij nodig had om naar bed te kunnen, naar wat zij nodig had van mij om naar bed te kunnen en sinds ik daar ruimte voor gaf, kwam er in de avond rust. Het ‘kostte’ mij wel een stukje ‘me-time’, maar het gaf me een ontspannen kind als alles stil was in huis, we hadden ongeacht wat er zich daarvoor afgespeeld had, de leukste en diepste gesprekken, of hingen samen gezellig op de bank met een bakje chips. En daarna ging ze op haar tijd slapen.

Myneke heeft hier ook een mooie blog over geschreven: Slapen zonder ritme.