Blog

Storend gedrag

Storend gedrag in kinderen is niet alleen typerend voor PDA. Wanneer is het PDA gerelateerd en wanneer komt het storende gedrag voort uit bijvoorbeeld trauma gerelateerde ervaringen van een kind?

Elizabeth O’Nions schrijft hierover in haar onderzoek het volgende. Karakteristiek gedrag welke vaker gezien wordt in kinderen met het PDA profiel ten opzichte van kinderen welke deze diagnostiek niet hebben is:

  • Vermijdt obsessief dagelijkse verzoeken
  • Oppervlakkige sociale gezelligheid
  • Schijnbaar manipulatief gedrag
  • Uitvoerige excuses
  • Sabotage (het kind lijkt opzettelijk een activiteit waar hij of zij naar uit keek te verpesten)
  • Dominantie of bazig ten opzichte van leeftijdsgenootjes
  • Snelle, onverklaarbare stemmingswisselingen
  • Comfortabel in rollenspel (mijn toevoeging: dit kan ook de rol van ouder of leerkracht zijn)
  • Traditionele beloning & straffen opvoedingsstrategieën werken niet

Ze geeft aan dat families vaak hun dagelijkse routine aanpassen om aan te sluiten bij wat hun kind wel of niet aankan op een specifiek moment. Dat ‘low demand’ en prikkelarme benaderingen welke voorkomen dat de gewoonte van vermijding versterkt wordt, helpend kunnen zijn in het ontwikkelen van nieuwe positieve routines.

Bron: Elizabeth O’Nions 2020

Daar kan ik vanuit mijn ervaring als moeder bij aansluiten. Opvallend vind ik hierin wel dat dit met name lijkt op te gaan voor kinderen. Zodra een PDA’er meer autonomie krijgt vanuit de samenleving, ze ouder worden, zelfstandiger en meer in controle zijn over hun eigen leven en de invulling van hun dagelijkse routine, lijkt dit storende gedrag af te nemen. Dit is goed nieuws voor alle ouders die zich afvragen of hun kind het ooit gaat redden in de maatschappij. Goed en slecht nieuws. Want zoals een kind met het PDA profiel autonomie nodig heeft om het leven aan te kunnen, heeft een tiener, adolescent en volwassene dit ook.

PDA is geen gedragsprobleem

Kinderen uiten hun ongenoegen, hun angst, de paniek, in storend gedrag. Naarmate ze ouder worden, ontwikkelen ze andere strategieën om hun autonomie te behouden.  Ik kom daarin terug op iets wat ik al eerder geschreven heb: PDA is geen gedragsprobleem. In kinderen uit het zich voornamelijk in storend en soms ook onacceptabel en grensoverschrijdend gedrag.

Hoe wij daar als ouders, school en hulpverlening mee omgaan is van cruciaal belang voor de verdere ontwikkeling van onze kinderen. PDA gaat niet weg en onze kinderen vinden hun weg wel. Maar hoe vol zit hun rugzak met traumatische ervaring, afwijzing, oordeel en onbegrip?

Mijn tips?

Stop met versterker plannen, straffen & belonen, picto’s ter verduidelijking van wat wij van ze willen.

Wees een detective en ga onderzoeken wat het is wat jouw kind stoort. Kijk goed naar de zintuiglijke prikkels en hoe je kind daarop reageert. Hoe snel raakt zijn of haar emmertje leeg en wat moet daarin zitten om de dag door te komen? Heeft je kind behoefte aan die achtbaan sensatie? Die golf van adrenaline die ze het gevoel geeft dat ze kunnen vliegen? Of juist de stilte en rust van een terugtrek plekje. Maak dat wat je ontdekt niet tot regel, want morgen kan het weer anders zijn. Met wie staat je kind in goed contact? Pas je aan aan wat je kind nodig heeft. Is dat een kortere schooldag? Een thuisdag? Voor het scherm hangen? Even wat een op een tijd met jou?

Ik realiseer me echt wel dat mijn tips onmogelijk allemaal om te zetten zijn. Ze onvolledig zijn en veel te veel van jou als ouder en leerkracht of hulpverlener vragen. Maar je vraagt mij wat helpt. En dit helpt. Soms.

Geniet van de mooie momenten van je kind, want laten we eerlijk zijn, onze kinderen zijn vaak erg creatief, slim en hebben een charme over zich die hen bijzonder geliefd maakt. Geniet van die momenten. En zie het storende gedrag als een paniekaanval, het is niet dat ze niet willen, ze kunnen niet anders.

Meer tips? Lees hier verder!

Verlies

Rouw en verlies is een onderbelicht aspect van het leven met PDA. Zoeken we de openheid, herkenning en erkenning, dan hoort het er wel bij.

Bij elk verlies dat je meemaakt, hoort een rouwproces. En het accepteren dat mijn kind anders is, is een verlies van hoe ik dacht dat het leven als ouder zou zijn, de toekomst die ik voor mijn kind zag en het leven dat ik me voorstelde met zijn allen gezellig onder de kerstboom.

Ik raakte in een isolement omdat mijn omgeving me verantwoordelijk hield en soms nog houdt voor het gedrag van mijn kind; familie, buren, vrienden, de moeders op het schoolplein, de kinderarts, de talloze hulpverleners, de leerkrachten en schoolhoofd. Ze staan allemaal langs de kant en roepen mij goedbedoeld advies toe, soms hoofdschuddend weglopend, soms met de beste intenties, soms omdat zij denken het nu eenmaal beter te weten en soms ook gewoon veroordelend en mij wijzend op mijn plichten en ‘fouten’.

Want een kind dat zich ‘slecht’ gedraagt, is nu eenmaal gewoon niet goed opgevoed, is onveilig gehecht en krijgt onvoldoende regels, consequenties en structuur thuis. Was dat maar waar heb ik wel eens gedacht, want dan kon ik er tenminste nog iets aan doen. Nu sta ik soms machteloos voor mijn gevoel en ik zie dat mijn kind lijdt, onbegrepen is en ik maak me grote zorgen over hoe nu verder.

Mijn kind lijdt

Ouder zijn van een zorgintensief kind brengt verdriet met zich mee. Waar andere kinderen naar school gaan, trots hun werkjes thuis komen laten zien, een rapport met cijfers halen, verder studeren en een diploma halen, een baan vinden welke ze leuk vinden, op vakantie gaan met vrienden, even de stad in fietsen om gezellig een terrasje te pakken en te winkelen; zie ik dat mijn kind dat misschien niet kan. Ik ben dankbaar met het rapport zonder cijfers waar de juffen beschrijven wat ze wel heeft kunnen doen, maar het in geen verhouding staat tot wat er normalerwijze gevraagd wordt van een kind in die klas.

Maar ik voel ook verdriet, want mijn dochter is zeer intelligent en zou alles kunnen worden wat ze maar wil. En misschien gebeurt dat ook nog op haar eigen wijze en manier. Eigenlijk vertrouw ik daar wel op, zij vindt haar weg wel.

Ik rouw niet om een kind wat geen toekomst heeft. Maar ik heb wel verdriet om wat ze mist, de strijd die zij voert om in het leven te moeten zijn. Zij lijdt en dan lijd je als ouder mee. Dat zet ik snel en met liefde opzij, net als iedere ouder dat waarschijnlijk zonder nadenken doet. Ik wil dat verdriet er ook mogen laten zijn. Want het is voor mij reëel. Voor iedere ouder die een zorgintensief kind heeft, is die pijn en dat verdriet reëel. En dat is niet alleen het verdriet om mijn kind, het is ook verdriet om wat ik als moeder verlies. Er is geen roze wolk, er is zorg, veel zorg. En dat doet ook iets met mezelf.

Ik lijd

Ik voel me verdrietig, boos, leeg, machteloos, weer boos, nog verdrietiger en ik wil iets kunnen doen om het makkelijker te maken voor mijn kind, de angst weg te nemen die haar verhindert van het leven te kunnen genieten. Dat doe ik en jullie als ouders ongetwijfeld ook, zover dat mogelijk is, daar wil ik niet aan voorbij gaan. Maar er is ook die andere kant, waar wij als mens verdriet hebben, boos zijn, ons machteloos voelen. Want PDA gaat niet weg.

Rouwen om verlies is voor eenieder anders. Het verschilt in duur en intensiteit, voor eenieder zal het waarschijnlijk wel gepaard gaan met verdriet, somberheid, leegheid en boosheid. Verlies is ingrijpend. Ook als je daarnaast als sterke en liefdevolle ouder er voor je kind bent. Het mag er ook zijn en ik denk dat het belangrijk is dat daar ook vanuit de hulpverlening oog en oor voor is voor ons als ouder. Om erover te kunnen en mogen praten zonder oordeel, verwerken.

Ik heb me er zelf tot aan het maken van deze website ook niet mee bezig gehouden, nooit bij stil gestaan. Ik word zo geleefd door de intensiteit van de zorg die mijn kind van me nodig heeft, dat geef ik zonder stil te staan bij wat het met mij als mens doet. En toch is dat belangrijk. Stilstaan bij het verlies naast het genieten van wat er wel is. Het mag er beide zijn.

‘Verlies is een onderdeel van het leven’

Een uitspraak van Isabel Allende, Chileens journalist en schrijfster verwoordt het denk ik heel mooi:

“Het grootste probleem met mensen vandaag de dag is dat ze bang zijn voor lijden, zo bang om iets te verliezen. We zijn vergeten dat verlies een onderdeel van het leven is.”

Verlies doet pijn, maar het is niet het eindstation. Het maakt ons ook sterker, gemotiveerd om ons kind te zien, echt te zien en dienst doen als tolk naar een omgeving die hen niet verstaat. Het mag er zijn, we hebben af en toe een arm om ons heen nodig, zodat we daarna weer gesterkt doorgaan.

Lijden en genieten gaan hand in hand.

Zintuigen

Labels in kleding, een korreltje zand tussen de tenen, een potlood die schrijft op papier, de geur van een klasgenoot, het geluid van karton, een zachte aanraking; dit is een aanslag op de zintuigen van onze kinderen. Of kan dit zijn, ook hierin geldt dat dit voor ieder kind weer anders is.

Dit kunnen allemaal potentiële triggers zijn en leiden tot een meltdown.

Labels en potloden

Hoe ver ga je om je kind te beschermen tegen al deze zintuiglijke prikkels? De labels knip ik er natuurlijk af. Maar wat doe je als je kind tegen het plafond gaat van het geluid van een potlood op papier? Want dat gebeurt nog al eens in een klaslokaal….

De zintuiglijke prikkels zijn van enorme impact op hoe onze kinderen de dag beleven. Die kunnen we lang niet allemaal wegnemen, dat zou, denk ik ook niet goed zijn, want dan komen ze in een isolement terecht waarbij ze later de deur niet meer uit durven. Tegelijk kan ook juist een teveel aan deze prikkels ervoor zorgen dat ze de deur niet meer uitkomen.

Probeer steeds te kijken naar wat je kind aankan en waar het hem of haar teveel wordt en daarop in te spelen. Daarin speelt bijvoorbeeld het scherm; de tablet of een film een grote rol. Die lijken als een soort filter te functioneren waardoor andere prikkels niet ongefilterd hun brein op stang jagen.

Hun tolerantie voor deze prikkels kan van dag tot dag en moment tot moment verschillen. Soms lijken ze soms juist die enorme prikkels op te zoeken, terwijl ze de ‘kleine’ alledaagse prikkels niet kunnen verdragen.

Maskeren

Aangezien onze PDA’ers ook bijzonder goed in maskeren zijn, heb ik gemerkt dat je er soms pas laat achter komt in hoeverre deze ‘kleine’ prikkels een impact hebben op hun vermogen om de dag door te komen. Nog vind ik dat soms lastig in te schatten omdat zij deze niet altijd benoemen, maar wel erop reageren.

Ik vermoed dat vele reacties die wij als buitenstaanders niet kunnen plaatsen, hiervandaan kunnen komen. Het lijkt soms uit het niets te komen dat de stemming omslaat. Maar ik weet dat dat niet zo is, er is wel degelijk een aanleiding, maar die heb ik dan gemist.

Brein

Ook hierin verandert de sensitiviteit voor diverse prikkels. Is deze niet elke dag of op elk moment hetzelfde en kan het ook zijn als ze ouder worden dat waar ze eerst niet tegen konden, veel minder een probleem is. Ook hierin blijft het goed afgestemd zijn op de signalen van ons kind, aansluiten bij hen. Het is geen aandacht trekken, zich aanstellen of iets waar ze maar tegen moeten kunnen. Het is geen keuze, het is het brein wat anders reageert op signalen en prikkels dan wij gewend zijn.

Alleen het idee aan nagels over het schoolbord en ik voel van alles in en met mijn lijf gebeuren, dat is niet vrijwillig, dat gebeurt. Het is mijn brein dat reageert en mijn lichaam aanstuurt, daar heb ik zelf vrij weinig invloed op. Weet ik dat het komt, kan ik me misschien erop voorbereiden zodat de reactie minder heftig is en wie weet komt er ooit een dag dat ik schouderophalend er geen enkel probleem mee heb. Waarneming speelt hier ook een rol bij.

Prikkels zien, horen, voelen, ruiken, proeven; de meest uiteenlopende dingen kunnen een heftige reactie oproepen. Het brein ziet het als bedreiging en reageert daar als door een wesp gestoken op. We kunnen daarin niet alles opvangen of voorkomen. Naast ze staan, er voor ze zijn, naar ze luisteren, is wat we altijd kunnen doen. Hen zien, erkennen, er zijn. 

En zeker als ze nog jong zijn, hun detective zijn, zoeken naar de oorzaak.

Agressie

Agressie werkt… En agressie is echt iets anders dan een meltdown! Vraagvermijding komt voort uit de angst autonomie te verliezen. Maar wat als je door agressie je autonomie af kunt dwingen? Dan voorkom je een meltdown en je weet precies wat je kunt verwachten en kunt doen.. Een leven lang ervaring met paniek, angst, minderwaardigheidsgevoelens, anders zijn, vraagvermijding, afgewezen worden, weggestuurd, labels die je ongewild krijgt opgeplakt en mensen die van alles over je willen beslissen en dan de hormonale wisselingen in de puberteit en je brein die zich ontwikkeld heeft waar je heel bewust jouw kracht in kunt gaan zetten om een gewenste situatie te creëren, eentje van complete controle waar alles precies zo gaat als jij wil.

Controle

Jij bent in controle en dat voelt veilig. Alles weigeren en autonoom beslissen wat jij wel en niet wil en wenst, van jezelf en de ander. Want in jouw beleving geeft jouw omgeving je niet het begrip en de veiligheid die je zo hard nodig hebt, niemand begrijpt jouw spanning, jouw stress, die constante strijd waarin je zo je best doet om het leven uit te houden. Je wil helemaal niemand pijn doen of spullen stuk smijten, maar soms moet dat gewoon om erger te voorkomen. Want om hulp vragen kun je niet.. 

De waarneming slachtoffer te zijn geworden door je omgeving die jou niet ziet en hoort, roept zoveel weerstand op dat je tot dader wordt.

Het einde van de weg?

Er is geen enkel excuus voor aanhoudende, niet te stoppen verbale of fysieke agressie. Je zit met je handen in het haar als ouder, wat kun je nog doen, wat mag je verwachten van je kind in dit grensoverschrijdende gedrag?

Niets wat je doet of zegt of niet doet of zegt, is goed..

Wat als je dan aankomt bij het einde van de weg? Alles heb je geprobeerd, je weet wat nodig is en het wordt niet geboden. Ik stond op dat kruispunt, wegversperring, doodlopende straat; ik had geen idee welke van de drie het was. 

Hier ligt of de acceptatie van het onmogelijke, wachten op erger of een ultiem moment van groei. Want ik heb als moeder een keuze. 

Agressie werkt… Dwingt mij tot actie. Maar het is mijn dochter die bepaalt. Niet ik, niet een instantie, niet mijn gevecht om hulp. Zij bepaalt. En als ik loslaat, vermindert de agressie. Agressie is ook communicatie. Een behoefte onvervuld. Een gevecht vanuit haar tenen om die behoefte te vervullen. Het zelf te doen. Ik was er nog helemaal niet aan toe om als moeder een stap terug te doen, ze was pas 12! Ze kan toch niet zonder mij? Wat met die momenten samen op de bank in de avond? Die momenten waar we elkaar vinden? Ik wil niet dat agressie bepaalt, ik wil mijn dochter bij me thuis omdat ik denk dat dat het beste is voor haar.

Ze was pas 12! Ja. En ze was al 12. Ze weet wat ze wil en nodig heeft. Ze vindt een gezin met jongere kinderen onder zich moeilijk, ze wil zich losmaken van mij en haar eigen weg en identiteit zoeken. Radicaal het stuur om. Als ik haar vasthou gaan we samen kopje-onder.  Haar waarneming is een andere als die van mij. Wil uitvaren, weg van de veilige haven, als wilde piraat de oceaan van de wereld om haar heen ontdekken en bevaren met haar maatjes.

Agressie is niet oké. Tegelijk is agressie ook communicatie. Aan ons om te ontdekken welke onvervulde behoefte er onder de agressie schuilgaat.

Dankbaarheid

Wellicht een vreemde titel op een website waarin PDA in het teken staat van hoe het het leven van onze kinderen, onszelf en ons gezin tot een wilde achtbaanrit maakt. Maar PDA heeft ook hele mooie kanten, leert ons een diepere betekenis van dankbaarheid als we kunnen genieten van de kleine dingen in het leven.

Mijn dochter is uniek. Ik kan ontzettend genieten van haar humor en sta soms versteld van haar wijsheid, haar scherpe geest en prachtige gevoel van rechtvaardigheid. Zij is een lieve vriendin, trouw in haar vriendschap en geeft een ander de ruimte om zichzelf te zijn daarbinnen. Ze is zorgzaam en een dierenvriendin. Creatief en daagt mij uit om volkomen authentiek mijn leven vorm te geven.

De hechte band die ik met haar heb, zal ik de rest van mijn leven koesteren. Dankbaar ben ik dat ik een dochter heb die mij als mens zo hard nodig heeft dat het mij uitdaagt het allerbeste uit mezelf te halen om haar een plekje op deze wereld te kunnen geven waarin zij tot haar recht komt.

Dankbaarheid

Zonder PDA was ik niet de vrouw en moeder die ik nu ben.

 Mijn dochter is ongelofelijk intelligent, voelt een rijk kleurenpalet aan emoties en heeft een bijzonder oog voor detail en schoonheid. Ik neem de natuur door andere ogen waar als ik samen met haar op pad ben.

 Mijn dochter staat voor wie zij is. Zij zal niet zo snel ten prooi vallen aan pesters, noch zal zij zelf pesten vanuit een kwade opzet. Zij weet precies wat ze wil en wat niet en schaamt zich daar niet voor. Ze daagt mij uit om voor mezelf op te komen en te staan voor wie ik ben. Mijn dochter is een geschenk.

En als er dan die omgeving is waar mijn dochter zichzelf mag zijn, die haar ziet en aansluit bij haar behoeftes, wat een prachtig moment speelt zich dan af. Stralend zit mijn dochter op de rug van het paard, vol zelfvertrouwen in verbinding met het dier onder zich. Dankbaarheid vervult mij dat ik daar getuige van mag zijn. Want ik weet hoezeer dit genieten balsem is voor een lijdende ziel en ik ben dankbaar dat ik moeder mag zijn van zo een bijzondere en mooie dochter. 

Want laten we eerlijk zijn, onze kinderen dagen ons en de wereld uit om naar elkaar om te zien, elkaar de ruimte te geven, eerlijk te zijn, oprecht lief te hebben, met aandacht te leven, onze autonomie te beschermen, de ander te zien. In die wereld zou ik wel willen leven!

Het is belangrijk om te blijven zien wie onze kinderen zijn achter de angst die hen drijft. Onze kinderen zijn bijzonder en maken deze wereld een mooiere plek om op te leven.

Zelfzorg

Zelfzorg en onze eigen mentale gezondheid als moeder van een autonoom kind is iets wat we snel over het hoofd zien. En kijken we dan alleen naar ons mentaal welzijn in onze rol als moeder? Om nog meer te geven, langer vol te houden, het beter te doen? Is dit onze identiteit geworden of mogen we kijken naar ons welzijn als mens, als vrouw, als individu? Onze neurodiverse kinderen hebben ons nodig als gelijke, naast elkaar. Altijd in verbinding. En vaak 24 uur per dag. Waar blijft de tijd en zorg voor onszelf?

Ik zit te denken wat ik hierin toe kan voegen aan het vele materiaal wat er al is. Zelfzorg is een veelbesproken onderwerp. Hoe staat dit in relatie tot PDA?

Nodig zijn

Als moeder wil je het beste voor je kind. Als je dan ziet dat je kind zich anders ontwikkeld en er problemen ontstaan, ga je op zoek naar hulp, naar antwoorden. Je wil je kind geven wat het nodig heeft, haar goed opvoeden en dat loopt anders dan je je had voorgesteld. Ik ben niet de enige of de eerste moeder van een PDA’er die in eerste instantie de diagnose te horen krijgt dat haar kind onveilig gehecht is. Dat kwam heel hard aan. En het was volkomen onterecht en foutief. Mijn dochter heeft mij nodig, niet omdat ik dat vind, maar omdat zij dat vind. En dat is van invloed op de mogelijkheden en onmogelijkheden om zelf voor mijn eigen welzijn te zorgen.

Kleine momenten

Kleine dingen kunnen wel. En het zijn ook die kleine dingen die het hem doen. Waardoor ik de dag overleef, soms er zelfs een heerlijke dag tussen zit en je meltdown na meltdown incasseren kan, het huishouden op de rit hebt, de honden uitgelaten, boodschappen gedaan, alle afspraken op tijd gehaald en dan even in de auto onderweg naar school of tijdens de afwas dat nummer op hebt staan waar je even alles in kwijt kan, diep adem haalt en weer door kan.

Dag voor dag, soms uur voor uur of van de ene minuut na de andere. Bewust genieten van die zonnestralen door de bomen, de hond die bij je komt zitten als hij voelt dat het je even teveel is, die paar stralen warm water in de douche, al had je zo graag een lang bad genomen. En soms is er dan dat moment dat je wel even lang in bad kunt zitten, bewust genietend van kleine momenten.

Er zijn

Dankbaar zijn is voor mij essentieel in mijn zelfzorg. En dat is soms best een uitdaging. Vooral als ik dan net een meltdown op heb kunnen vangen en dan uit mijn slof schiet als een van mijn andere kinderen staat te miepen, stampvoetend haar zin doordrijvend…. Het is zo makkelijk jezelf te verwijten dat je faalt als moeder. Want bij PDA doe je het nooit goed. En hoe combineer je dat gevoel met zelfzorg?

We doen het misschien in onze eigen ogen en soms die van ons kind nooit goed, maar we zijn er wel voor ze. En dat is het allerbelangrijkste. Meer kunnen we soms ook niet doen. Zij gaan hun eigen weg en het enige wat wij kunnen doen is ‘aan’ blijven in contact, er zijn.

Yoga en kussengevecht

Zelfzorg. Hoe doe je dat? Want mijn dochter wil dat ik er 24/7 voor haar ben, of ik nu aan de telefoon ben, op de wc zit, de was doe, een boek wil lezen, in de winkel aan de kassa sta; wat ze denkt en voelt moet meteen gezegd worden, daar moet ook een reactie op komen en die moet dan bevredigend zijn anders kan zo maar de vlam in de pan schieten. Zo had ik een momentje voor mezelf gecreëerd waar ik mezelf had voorgenomen aan Yin Yoga te beginnen om echt te ontspannen in lichaam en geest.

Ik had net lekker een muziekje opstaan en zij komt binnengestormd met een enorme tirade over iemand die iets gedaan had wat ze niet oké vond. En dan zat ik daar ook nog eens stom te doen, ik zag er niet uit en en en en … ik had me voorgenomen aan zelfzorg te doen en ging dus rustig verder met mijn poging tot de yoga posities, maar dat was natuurlijk onbegonnen werk.

Ik heb toen andere muziek opgezet en ben een soort kussengevecht met haar begonnen, niet gesproken, niet ingegaan op haar negatieve energie, maar die energie proberen te matchen op een positieve manier en er wat humor in te mixen. Dat was een beladen, maar ook mooi moment waar er steeds de balans gezocht moest worden waar het de verkeerde kant op kiepte en waar ik moest stoppen en het laten waar het was, buiten de gevarenzone. En dat lukte niet de hele tijd, maar er waren momenten bij waar ze schaterlachte en we echt samen plezier hadden. En dat ontspant ook.

“it takes a village to raise a child”

Bij PDA is het steeds zoeken naar wat kan en wat niet en dat verandert van minuut tot minuut, van uur tot uur en van dag tot dag. Om daarin voor jezelf een gezonde balans vast te houden waarin je aan de ene kant met je kind meegaat en aan de andere kant je eigen grenzen, kunnen en welzijn in het vizier houdt, is echt niet eenvoudig. Waarschijnlijk niet eens mogelijk. Ik neem wat ik kan. Kleine momentjes. En daar van genieten alsof het grote dingen zijn. Want voor onze PDA’ers is alles groot en heftig en intens. Dus misschien zijn die kleine momentjes ook wel groot.

Ik ben altijd geïnspireerd geweest door de bekende uitspraak van de Igbo cultuur uit Nigeria “it takes a village to raise a child”. Wij als moeders hebben anderen om ons heen nodig. Waar wij vaak de veilige haven zijn voor onze kinderen en het niet altijd eenvoudig is zich bij een andere volwassene ook veilig te voelen, is het voor ons als moeder echt van belang dat we er niet alleen in staan. Ja, de kinderen hebben een gemeenschap nodig om zich veilig en gezond te kunnen ontwikkelen, maar wij ook.

Oog in de storm

Wat mij ook echt geholpen heeft, is om in het hier-en-nu steeds opnieuw even stil te staan en waar te nemen. Wat voel ik. En dat er laten zijn. Accepteren wat is en wat niet is. Gewoon in het moment. Even terug naar jezelf. Wij zijn het oog in de storm, daar waar alles kalm en rustig is, waar ze steeds naar terug kunnen keren en ook voor onszelf is het belangrijk om niet meegezogen te worden in de orkaankracht van een moment.

Onze kinderen gedijen het beste in een omgeving die zich aan hun aanpast. Laten we daarin onszelf niet vergeten, want in deze wereld waar PDA onbekend en onbemind is, zijn wij degene op wie onze kinderen terugvallen. Wij hebben ook een omgeving nodig waarin we ons even terug kunnen trekken om onze accu op te laden. En dat ziet er voor iedere moeder anders uit. Neem de tijd om voor jezelf de balans op te maken. Wat heb jij vandaag nodig?

Opvoeding

De opvoeding van een autonoom kind gaat net even anders dan bij een neurotypisch kind. Maar dat weet je natuurlijk bij de geboorte nog niet..

Als je niet weet dat je kind binnen het PDA profiel de wereld waarneemt, dan raak je soms echt vertwijfeld. Niets werkt, dus je gaat je afvragen of je wel streng genoeg bent, of misschien juist te streng, geef ik de grenzen wel duidelijk genoeg aan? Wat bij de andere kinderen wel werkt, gaat totaal niet op voor je autonome kind. En dat heeft weer zijn weerslag op de andere kinderen, want die vinden dat niet eerlijk. En gaan kopiëren..

Visuele hulpmiddelen, schema’s, creatieve beloningskaarten, heel veel opvoedingsboeken lezen, het hielp allemaal helemaal niets! Nieuwe autoriteit, geweldloze communicatie, dat zou toch moeten werken?? Met meerdere kinderen in huis waarvan er eentje aangeeft hoe we het doen, of niet, word je uitgedaagd om met een andere bril naar je opvoeding te kijken.

Mijn kinderen zijn allemaal goed gemanierd, vriendelijk, fantastische speelkameraadjes en weten het verschil tussen goed en verkeerd prima en eloquent aan te geven. Ze weten het allemaal. En zijn de liefste kinderen die je je maar kunt wensen. Als ze dat willen. PDA staat vaak aan het stuur in ons gezin en dat vind ik als moeder heel erg moeilijk. Het is een lange reis geweest om tot dit inzicht te komen en ook de acceptatie dat het zo is. Helemaal passief en achteruit leunend ben ik in dit proces natuurlijk niet, het tegenovergestelde.

Het is de grootste uitdaging die je als moeder en gezin kunt krijgen. Hoe geef je je gezin zo vorm dat er voor iedereen ruimte is voor persoonlijke groei en ontwikkeling, biedt het veiligheid aan ieder in zijn en haar unieke behoeftes en doe je dit samen. Als moeder die je gelijke is maar een andere rol als jij als kind hebt. Ik geef leiding, maar niet vanuit een machtspositie en dat is en blijft een uitdaging, want als het erop aan komt dan verval je daar toch stiekem in, want soms is het gewoon afgelopen en moet er geluisterd worden. Maar dat werkt dus niet..

Tijdens de PDA Space Summit in 2022 heeft Yvonne Newbold een top 10 tips voor ouders gegeven welke Myneke ter Maat in een mooi overzicht heeft samengevat. Lees hier meer!

Verhalen uit de praktijk

Een blog met een aantal verhalen uit de praktijk:

Verhalen uit de praktijk: ‘Waarom heb ik geen vleugels?’

“Ik hoor boven iets en ga stil even kijken. Naast haar bed ligt haar pyjama, maar geen Denise! In de badkamer staat de kast open en toen mijn ogen aan het donker gewend waren, zag ik haar in haar broertjes bed liggen met een open pot Sudocreme op het bed… Ze had in haar luier gepoept zei ze… Dan kun je toch gewoon even naar beneden komen dacht ik bij mezelf… Maar goed, eenmaal beneden om haar luier te verschonen vraag ik haar wat ze heeft gedaan met de sudocreme. Zegt ze dat ze haar broertje zijn slaapzak open heeft gemaakt, zijn luier uit heeft gedaan en het op zijn bips had gesmeerd. Tja als dat zo is, moet ik dat natuurlijk even gaan controleren, zo kan ik hem niet laten liggen!

Is er dus niets van waar en hij werd er wakker van natuurlijk, protesteerde even en ging weer lief slapen gelukkig. Ik hoor haar nu weer, toch maar weer even naar boven… Ze zal het ook wel spannend vinden dat ze morgen voor het eerst naar school gaat zullen we maar zeggen. O ja, was ze gisteren ineens helemaal overstuur, ik knuffel haar en vraag wat er is. Is ze helemaal verdrietig omdat ze geen vleugels heeft om mee te kunnen vliegen….”

Uit het dagboek van een moeder

“Honderd-en-een gedachten tuimelen door mijn hoofd. ‘Heeft iedere moeder het zo moeilijk om haarzelf niet kwijt te raken?’, ‘Zouden andere moeders zich ook zo voelen als ik?’, ‘Stel ik me aan?’. Om me heen zie ik moeders lopen die eruit zien alsof ze het in het leven allemaal goed voor elkaar hebben. Make-up, kleding, zelfverzekerde houding, op weg naar werk of een vriendin, de kapper of een zumbales. De kinderen volgen netjes op de voet, terwijl ik 24/7 diensten draai thuis, die van mij spuugt en schreeuwt en ik lijk wel een slonzige politieagente die niet meer in haar kleren past na 3 zwangerschappen en een ingrijpende operatie.’

Uitspraak van een PDA’er

“Mama, het is toch helemaal niet erg dat je boos wordt? Jij bent de beste mama van de hele wereld, want ik scheld je uit, doe jou en de andere kinderen pijn, doe alles wat niet mag en toch stuur je me niet weg en doen we leuke dingen samen en hou je van mij.” Op een ander moment is alles mijn schuld want dan had ik maar geen kinderen moeten krijgen.

Verhalen uit de praktijk: ‘De broek’

“De “fasen” die mijn 6 jaar oude zoon bij eender welke vraag doorloopt.

Hier een voorbeeld van bij het aankleden

Mama: “Schatje, doe jij je broek aan dan?”

Zoon: Mama, hoe heette die snowboarder van China weer? (Afleiding)

Mama: “Schatje, doe jij je broek aan?”

Zoon: (gooit broek lollig door de kamer en maakt er een spel van) Roept: Woppa, broekkie! (Hij probeert humor ter afleiding)

Mama: (geeft de broek terug aan met vragende blik knikkend naar de benen.)

Zoon: Maar ik kan dat niet alleen…. (probeert hulpeloosheid)

Mama: (doet al 1 broekspijp bij hem aan.) Zegt: “Kijk, ik help je, komaan schat”.

Zoon: Maar ik ben zo moe… (en laat zich op de grond vallen).

Mama: Nog 1 pijp en dan ben je al klaar: Nee, ik kan dat niet, begint te huilen en rollen over de grond (meltdown).

Conclusie: ik kleed vaak mijn zoon zelf aan als ik voel dat mijn zoon zijn draagkracht zo laag is die dag, terwijl hij het uiteraard fysiek perfect zelf kan.”

Verhalen uit de praktijk: ‘Never ending’

“Onze dochter is nu bijna 6 jaar, toen ze 3,5 was zijn dit voorbeelden van bij ons: bij elke aankondiging van een dagelijkse handeling (aan tafel eten, in bad gaan, de auto in om weg te gaan of de fiets, naar bed) bij alles rende ze weg. Het huis door of de tuin door. Ook al gingen we wat leuks doen, is ze dol op bad, of aten we iets wat ze lekker vond. Eerste reactie op alles: vluchten. Met aankleden altijd ’tegenwerken’, trappelen met voetjes en dan zeggen: mijn voeten zijn bang!! Niks ging vanzelf.

Pictos helpen ter verduidelijking, maar geven veel ook veel weerstand omdat het iets is wat moet, ze verleent er niet zonder meer houvast aan. Nu is ze bijna 6 en helaas ook steeds meer in de vechtstand. Veel gillen en ook slaan en schoppen. Sommige dingen zijn makkelijker, maar er zijn weer nieuwe uitdagingen.

Wat hier trouwens nog meer helpt, is afleiden met eten of een filmpje, dus: ‘kom je op de fiets zitten? Dan heb ik hier voor jou een crackertje of filmpje oid’

Haar brein focust zich dan op het eten of filmpje ipv dat de angst teveel op de voorgrond kwam. Moet zeggen dat dit wel wat geworstel in mijzelf heeft gekost, omdat het voelde alsof ik mijn kind omkocht met eten of entertainment. Nu zie ik het als helpend omdat ze anders vastloopt (het gaat ook niet om eten op zich, hoeft geen snoep of ijs te zijn, maar puur dat er iets anders is dan de verplichte handeling). Zijn dan mijn eigen oude overtuigingen die in de weg zitten over ‘hoe het hoort’. Want ‘een kind hoort toch te luisteren’ en inderdaad is het gemak van mijzelf of omkopen (oehh slechte moeder!)…

Alleen het werkt gewoon echt anders bij pda. Ik heb ook een neurotypisch zoontje en dat is zo’n verschil. Bij hem ‘land’ iets wel als het een paar x niet kan of mag. De eerste keer wordt hij boos, de tweede x een beetje, en daarna legt hij er bij neer. Bij mijn dochter is de strijd ‘never ending’ en vraagt zo’n andere aanpak.”

Voeding

Autonomie en voeding is vaak een groot thema. Gaat het goed, dan gaat het goed. Gaat het niet goed, dan gaat het ook echt niet goed.

Zorg dat je altijd iets voor ze binnen handbereik hebt liggen

Wat erg belangrijk is, is dat als je kind honger heeft of aangeeft iets te willen eten, je beter meteen iets kan geven. Wachten tot het eten klaar is, is erg lastig. Binnen hun fundamentele drang naar autonomie hebben onze kinderen de vrije hand nodig om eten te kunnen pakken als ze dat willen.

Waar je wel invloed op hebt (met name als ze nog jong zijn)is dat de keuzes verantwoord zijn, wat je niet koopt, kun je ook niet eten.. Ze hebben wel vaak zo hun voorkeuren. Je kunt ervoor zorgen dat je dat altijd in huis hebt, maar… ook deze voorkeuren veranderen nog wel eens. Had ik een hele voorraad van haar favoriete broodbeleg, was dat van het ene op het andere moment ineens niet meer goed. Dan ging ik op zoek naar wat dan wel en haalde dat. Nee, ik verwende haar niet. Ik gaf haar wat zij nodig had.

‘Moeten’ eten

Soms hebben kinderen moeite met het concept van het ‘moeten’ eten. Dat hun lichaam dat van hen vraagt. Aan tafel mee-eten is dan vaak niet zo erg, omdat ze wel graag in de nabijheid van ons zijn. Eten of drinken omdat hun lijf hun aangeeft dat ze honger of dorst hebben, dat kan erg lastig voor ze zijn. Dit kan zich ook uiten in het erg of overmatig bezorgd zijn om dik te worden  (kan met de angst voor controleverlies te maken hebben) en ontzeggen zichzelf dan eten, gezond of ongezond, dat maakt niet uit.

Wat je kunt doen is iets lekkers voor jezelf klaarmaken, samen gezellig even op de bank gaan zitten en vragen of ze ook wat willen, dat werkt vaak prima. Leg er vooral geen nadruk op. Probeer hun onzekerheid te erkennen en leg ze bijvoorbeeld uit dat we een buik hebben omdat er vanbinnen ingewanden zitten die ruimte nodig hebben. Als we ons uitrekken dan hebben we die ruimte ook nodig en ons lichaam heeft eten nodig om te kunnen functioneren. Soms gewoonweg medisch/anatomisch uitleggen hoe iets werkt kan helpen angst te verminderen.

Voeding is een thema voor veel ouders en kinderen. De antwoorden op alle vragen en zorgen heb ik helaas ook niet. Ik heb hier geprobeerd om aan te geven hoe PDA in relatie kan staan tot voeding en wat mij daarin is opgevallen en heeft geholpen.

Hygiëne

Hygiëne.. dat is ook wel echt een dingetje.. Sommige autonome kinderen vinden het verschrikkelijk om ‘vies’ te zijn. Tegelijk vinden ze het in bad gaan of douchen net zo verschrikkelijk. Ze willen schoon zijn, maar daar niets voor moeten doen, zij willen beslissen wanneer ze dat doen en niet omdat het nodig is. Douchen is een complete overvraging en overprikkeling van een reeks aaneengesloten ‘demands’ om tot het gewenste resultaat te komen. Kriebelbeestjes, luizen, wormpjes, bacteriën of schimmels, ze kunnen er als de dood voor zijn.

Hygiëne en tanden poetsen

Tanden poetsen idem.. ze weten best dat het goed is, willen het ook best wel doen, maar elke dag is het weer een strijd met zichzelf aangaan om het ook daadwerkelijk te doen en vervolgens in de twijfel te schieten of ze het wel goed genoeg hebben gedaan en of ze nu gaatjes hebben omdat ze het een keertje niet of minder hebben gedaan.

Vroeger deed ik er alles om tanden te kunnen poetsen, boos, vriendelijk, met humor, ik wilde dat mijn kind haar tanden poetste. Nu laat ik het los. Ik weet dat ze het doet als ze het kan.

Hygiëne en douchen

Zo ook met douchen, meltdowns kunnen enorm zijn om tot douchen te kunnen komen. Leg er geen druk op, als ze het kunnen is het prima en anders is het ook prima. ‘Maar dan stink ik’, kan er dan komen. ‘Zal ik ook niet douchen, dan stink ik ook’. Humor, afleiding van de stress, het moeten. Naast je kind staan. Als de stress nog op het kieppunt staat, kun je vragen of er iets is wat je kan doen om te helpen, of waar je kind nu precies tegenaan loopt. Dan denk je met hen mee, soms triggert dat juist de meltdown en is de tip om je niet terug uit het contact te trekken, maar wel uit het hen willen helpen.

Soms komen ze dan zelf met een oplossing zoals bijvoorbeeld hun haar boven het bad laten douchen door de ouder of verzorger en gaan ze zelf op een ander moment in bad of onder de douche om hun lijf te wassen. Er is geen 1 weg of methode die werkt. Het is steeds in contact blijven, jouw rust bewaren en accepteren dat de meltdown er soms toch is. En dan erna weer met een schone lei verder.