Zintuigen

Labels in kleding, een korreltje zand tussen de tenen, een potlood die schrijft op papier, de geur van een klasgenoot, het geluid van karton, een zachte aanraking; dit is een aanslag op de zintuigen van onze kinderen. Of kan dit zijn, ook hierin geldt dat dit voor ieder kind weer anders is.

Dit kunnen allemaal potentiële triggers zijn en leiden tot een meltdown.

Labels en potloden

Hoe ver ga je om je kind te beschermen tegen al deze zintuiglijke prikkels? De labels knip ik er natuurlijk af. Maar wat doe je als je kind tegen het plafond gaat van het geluid van een potlood op papier? Want dat gebeurt nog al eens in een klaslokaal….

De zintuiglijke prikkels zijn van enorme impact op hoe onze kinderen de dag beleven. Die kunnen we lang niet allemaal wegnemen, dat zou, denk ik ook niet goed zijn, want dan komen ze in een isolement terecht waarbij ze later de deur niet meer uit durven. Tegelijk kan ook juist een teveel aan deze prikkels ervoor zorgen dat ze de deur niet meer uitkomen.

Probeer steeds te kijken naar wat je kind aankan en waar het hem of haar teveel wordt en daarop in te spelen. Daarin speelt bijvoorbeeld het scherm; de tablet of een film een grote rol. Die lijken als een soort filter te functioneren waardoor andere prikkels niet ongefilterd hun brein op stang jagen.

Hun tolerantie voor deze prikkels kan van dag tot dag en moment tot moment verschillen. Soms lijken ze soms juist die enorme prikkels op te zoeken, terwijl ze de ‘kleine’ alledaagse prikkels niet kunnen verdragen.

Maskeren

Aangezien onze PDA’ers ook bijzonder goed in maskeren zijn, heb ik gemerkt dat je er soms pas laat achter komt in hoeverre deze ‘kleine’ prikkels een impact hebben op hun vermogen om de dag door te komen. Nog vind ik dat soms lastig in te schatten omdat zij deze niet altijd benoemen, maar wel erop reageren.

Ik vermoed dat vele reacties die wij als buitenstaanders niet kunnen plaatsen, hiervandaan kunnen komen. Het lijkt soms uit het niets te komen dat de stemming omslaat. Maar ik weet dat dat niet zo is, er is wel degelijk een aanleiding, maar die heb ik dan gemist.

Brein

Ook hierin verandert de sensitiviteit voor diverse prikkels. Is deze niet elke dag of op elk moment hetzelfde en kan het ook zijn als ze ouder worden dat waar ze eerst niet tegen konden, veel minder een probleem is. Ook hierin blijft het goed afgestemd zijn op de signalen van ons kind, aansluiten bij hen. Het is geen aandacht trekken, zich aanstellen of iets waar ze maar tegen moeten kunnen. Het is geen keuze, het is het brein wat anders reageert op signalen en prikkels dan wij gewend zijn.

Alleen het idee aan nagels over het schoolbord en ik voel van alles in en met mijn lijf gebeuren, dat is niet vrijwillig, dat gebeurt. Het is mijn brein dat reageert en mijn lichaam aanstuurt, daar heb ik zelf vrij weinig invloed op. Weet ik dat het komt, kan ik me misschien erop voorbereiden zodat de reactie minder heftig is en wie weet komt er ooit een dag dat ik schouderophalend er geen enkel probleem mee heb. Waarneming speelt hier ook een rol bij.

Prikkels zien, horen, voelen, ruiken, proeven; de meest uiteenlopende dingen kunnen een heftige reactie oproepen. Het brein ziet het als bedreiging en reageert daar als door een wesp gestoken op. We kunnen daarin niet alles opvangen of voorkomen. Naast ze staan, er voor ze zijn, naar ze luisteren, is wat we altijd kunnen doen. Hen zien, erkennen, er zijn. 

En zeker als ze nog jong zijn, hun detective zijn, zoeken naar de oorzaak.

Dankbaarheid

Wellicht een vreemde titel op een website waarin PDA in het teken staat van hoe het het leven van onze kinderen, onszelf en ons gezin tot een wilde achtbaanrit maakt. Maar PDA heeft ook hele mooie kanten, leert ons een diepere betekenis van dankbaarheid als we kunnen genieten van de kleine dingen in het leven.

Mijn dochter is uniek. Ik kan ontzettend genieten van haar humor en sta soms versteld van haar wijsheid, haar scherpe geest en prachtige gevoel van rechtvaardigheid. Zij is een lieve vriendin, trouw in haar vriendschap en geeft een ander de ruimte om zichzelf te zijn daarbinnen. Ze is zorgzaam en een dierenvriendin. Creatief en daagt mij uit om volkomen authentiek mijn leven vorm te geven.

De hechte band die ik met haar heb, zal ik de rest van mijn leven koesteren. Dankbaar ben ik dat ik een dochter heb die mij als mens zo hard nodig heeft dat het mij uitdaagt het allerbeste uit mezelf te halen om haar een plekje op deze wereld te kunnen geven waarin zij tot haar recht komt.

Dankbaarheid

Zonder PDA was ik niet de vrouw en moeder die ik nu ben.

 Mijn dochter is ongelofelijk intelligent, voelt een rijk kleurenpalet aan emoties en heeft een bijzonder oog voor detail en schoonheid. Ik neem de natuur door andere ogen waar als ik samen met haar op pad ben.

 Mijn dochter staat voor wie zij is. Zij zal niet zo snel ten prooi vallen aan pesters, noch zal zij zelf pesten vanuit een kwade opzet. Zij weet precies wat ze wil en wat niet en schaamt zich daar niet voor. Ze daagt mij uit om voor mezelf op te komen en te staan voor wie ik ben. Mijn dochter is een geschenk.

En als er dan die omgeving is waar mijn dochter zichzelf mag zijn, die haar ziet en aansluit bij haar behoeftes, wat een prachtig moment speelt zich dan af. Stralend zit mijn dochter op de rug van het paard, vol zelfvertrouwen in verbinding met het dier onder zich. Dankbaarheid vervult mij dat ik daar getuige van mag zijn. Want ik weet hoezeer dit genieten balsem is voor een lijdende ziel en ik ben dankbaar dat ik moeder mag zijn van zo een bijzondere en mooie dochter. 

Want laten we eerlijk zijn, onze kinderen dagen ons en de wereld uit om naar elkaar om te zien, elkaar de ruimte te geven, eerlijk te zijn, oprecht lief te hebben, met aandacht te leven, onze autonomie te beschermen, de ander te zien. In die wereld zou ik wel willen leven!

Het is belangrijk om te blijven zien wie onze kinderen zijn achter de angst die hen drijft. Onze kinderen zijn bijzonder en maken deze wereld een mooiere plek om op te leven.

Verhalen uit de praktijk

Een blog met een aantal verhalen uit de praktijk:

Verhalen uit de praktijk: ‘Waarom heb ik geen vleugels?’

“Ik hoor boven iets en ga stil even kijken. Naast haar bed ligt haar pyjama, maar geen Denise! In de badkamer staat de kast open en toen mijn ogen aan het donker gewend waren, zag ik haar in haar broertjes bed liggen met een open pot Sudocreme op het bed… Ze had in haar luier gepoept zei ze… Dan kun je toch gewoon even naar beneden komen dacht ik bij mezelf… Maar goed, eenmaal beneden om haar luier te verschonen vraag ik haar wat ze heeft gedaan met de sudocreme. Zegt ze dat ze haar broertje zijn slaapzak open heeft gemaakt, zijn luier uit heeft gedaan en het op zijn bips had gesmeerd. Tja als dat zo is, moet ik dat natuurlijk even gaan controleren, zo kan ik hem niet laten liggen!

Is er dus niets van waar en hij werd er wakker van natuurlijk, protesteerde even en ging weer lief slapen gelukkig. Ik hoor haar nu weer, toch maar weer even naar boven… Ze zal het ook wel spannend vinden dat ze morgen voor het eerst naar school gaat zullen we maar zeggen. O ja, was ze gisteren ineens helemaal overstuur, ik knuffel haar en vraag wat er is. Is ze helemaal verdrietig omdat ze geen vleugels heeft om mee te kunnen vliegen….”

Uit het dagboek van een moeder

“Honderd-en-een gedachten tuimelen door mijn hoofd. ‘Heeft iedere moeder het zo moeilijk om haarzelf niet kwijt te raken?’, ‘Zouden andere moeders zich ook zo voelen als ik?’, ‘Stel ik me aan?’. Om me heen zie ik moeders lopen die eruit zien alsof ze het in het leven allemaal goed voor elkaar hebben. Make-up, kleding, zelfverzekerde houding, op weg naar werk of een vriendin, de kapper of een zumbales. De kinderen volgen netjes op de voet, terwijl ik 24/7 diensten draai thuis, die van mij spuugt en schreeuwt en ik lijk wel een slonzige politieagente die niet meer in haar kleren past na 3 zwangerschappen en een ingrijpende operatie.’

Uitspraak van een PDA’er

“Mama, het is toch helemaal niet erg dat je boos wordt? Jij bent de beste mama van de hele wereld, want ik scheld je uit, doe jou en de andere kinderen pijn, doe alles wat niet mag en toch stuur je me niet weg en doen we leuke dingen samen en hou je van mij.” Op een ander moment is alles mijn schuld want dan had ik maar geen kinderen moeten krijgen.

Verhalen uit de praktijk: ‘De broek’

“De “fasen” die mijn 6 jaar oude zoon bij eender welke vraag doorloopt.

Hier een voorbeeld van bij het aankleden

Mama: “Schatje, doe jij je broek aan dan?”

Zoon: Mama, hoe heette die snowboarder van China weer? (Afleiding)

Mama: “Schatje, doe jij je broek aan?”

Zoon: (gooit broek lollig door de kamer en maakt er een spel van) Roept: Woppa, broekkie! (Hij probeert humor ter afleiding)

Mama: (geeft de broek terug aan met vragende blik knikkend naar de benen.)

Zoon: Maar ik kan dat niet alleen…. (probeert hulpeloosheid)

Mama: (doet al 1 broekspijp bij hem aan.) Zegt: “Kijk, ik help je, komaan schat”.

Zoon: Maar ik ben zo moe… (en laat zich op de grond vallen).

Mama: Nog 1 pijp en dan ben je al klaar: Nee, ik kan dat niet, begint te huilen en rollen over de grond (meltdown).

Conclusie: ik kleed vaak mijn zoon zelf aan als ik voel dat mijn zoon zijn draagkracht zo laag is die dag, terwijl hij het uiteraard fysiek perfect zelf kan.”

Verhalen uit de praktijk: ‘Never ending’

“Onze dochter is nu bijna 6 jaar, toen ze 3,5 was zijn dit voorbeelden van bij ons: bij elke aankondiging van een dagelijkse handeling (aan tafel eten, in bad gaan, de auto in om weg te gaan of de fiets, naar bed) bij alles rende ze weg. Het huis door of de tuin door. Ook al gingen we wat leuks doen, is ze dol op bad, of aten we iets wat ze lekker vond. Eerste reactie op alles: vluchten. Met aankleden altijd ’tegenwerken’, trappelen met voetjes en dan zeggen: mijn voeten zijn bang!! Niks ging vanzelf.

Pictos helpen ter verduidelijking, maar geven veel ook veel weerstand omdat het iets is wat moet, ze verleent er niet zonder meer houvast aan. Nu is ze bijna 6 en helaas ook steeds meer in de vechtstand. Veel gillen en ook slaan en schoppen. Sommige dingen zijn makkelijker, maar er zijn weer nieuwe uitdagingen.

Wat hier trouwens nog meer helpt, is afleiden met eten of een filmpje, dus: ‘kom je op de fiets zitten? Dan heb ik hier voor jou een crackertje of filmpje oid’

Haar brein focust zich dan op het eten of filmpje ipv dat de angst teveel op de voorgrond kwam. Moet zeggen dat dit wel wat geworstel in mijzelf heeft gekost, omdat het voelde alsof ik mijn kind omkocht met eten of entertainment. Nu zie ik het als helpend omdat ze anders vastloopt (het gaat ook niet om eten op zich, hoeft geen snoep of ijs te zijn, maar puur dat er iets anders is dan de verplichte handeling). Zijn dan mijn eigen oude overtuigingen die in de weg zitten over ‘hoe het hoort’. Want ‘een kind hoort toch te luisteren’ en inderdaad is het gemak van mijzelf of omkopen (oehh slechte moeder!)…

Alleen het werkt gewoon echt anders bij pda. Ik heb ook een neurotypisch zoontje en dat is zo’n verschil. Bij hem ‘land’ iets wel als het een paar x niet kan of mag. De eerste keer wordt hij boos, de tweede x een beetje, en daarna legt hij er bij neer. Bij mijn dochter is de strijd ‘never ending’ en vraagt zo’n andere aanpak.”